Autobiografie Hubert Gulickx Next (right).

-28-

Ik probeerde in mijn lessen de belangstelling van de toekomstige kleuterleidster te wekken voor die in mijn ogen belangrijke inzichten. Dat was heel moeilijk omdat mijn invalshoek, de catechese en de catechetiek, niet zo interessant werden gevonden. De vooropleiding en het bewustzijnsniveau van de toekomstige kleuterleidsters waren er ook niet naar. Toch hoop ik dat bij velen de wijsheid met de jaren zal zijn gekomen. Lief en kindvriendelijk waren de meisjes wel, maar het buskruit en warm water hadden zij niet uitgevonden. In de zeventiger jaren deed de ervaringscatechese haar intrede. De oude catechismus met zijn vraag en antwoordspel had afgedaan. Het geloofsleven was belangrijker dan de geloofsleer. Ervaringscatechese hield in: uitgaan van de ervaring van jongeren en zo inductief komen tot structurering van de geloofsinhoud. Overal werd er geëxperimenteerd. Vanuit het Hoger Catechetisch Instituut in Nijmegen werden er modellen en leerplannen aangereikt. Als werker in het veld geloof ik nog steeds dat wij als catecheten de weg zouden gevonden hebben om vanuit de ervaring de jongeren te bereiken. Door die jongeren ook bij het zoeken te betrekken. Maar de kerkelijke overheid wilde geen ruimte geven voor dat gezamenlijk zoeken. In 1972 werd bisschop Gijsen benoemd in Roermond: Hij begon systematisch alle vernieuwingen en alle plannen tegen te werken. Wat hem voor ogen stond kon iedereen lezen in zijn boek: Zekerheid en Vrede. Een boek dat de precieze leer vanuit de centrale in Rome onder woorden brengt. Dat geen enkel initiatief en leerproces vanuit de ervaring duidt. De waarheid is een gegeven, Gijsen is daarvan in naam van de paus de depothouder en elke katholiek is gehouden te geloven wat Gijsen voorhoudt te geloven. De kinderen mogen het op een aangepaste wijze horen, die waarheid, maar zelfs voor hen mag er geen letter aan de leer worden veranderd. De hel blijft ook voor kinderen de hel en de hemel de beloning. In het kader van dit verhaal over de Klos een anekdote over Gijsen. Op het einde van het schooljaar 1973-1974 moesten de meisjesstudenten van het derde jaar Klos een examen afleggen. Het godsdienstexamen werd dat genoemd hoewel het de bedoeling was de studenten catechetiek bij te brengen. De kunst om aan de kleuters de blijde boodschap door te geven. Bij dat examen was een bisschoppelijke gecommitteerde. Dat was deken Jochums. Hij was vroeger rector van het seminarie Rolduc geweest, de gerenommeerde gymnasiale opleiding. Als rector had bij ervoor gezorgd dat Jan Gijsen een baan kreeg in het bisdom. Bisschop Moors had hem op zekere dag gebeld en gevraagd of hij de jonge priester Gijsen niet kon gebruiken op zijn school. De bisschop zat er een beetje mee in zijn maag. Jan was een apart figuur, had weinig vrienden onder de clerus, hield er gefrustreerde opvattingen op na in zaken van geloof en zeden, maar hij was bevoegd les te geven in geschiedenis en godsdienst. Rector Jochums had tegen de bisschop gezegd: "Stuur hem maar, dan zal ik hem wel begeleiden." Zo werd Jan Gijsen leraar op Rolduc. Hij verzorgde lessen in geschiedenis en godsdienst. Het eerste jaar ging hij nog wel om met andere leraren. Maar daarna trok hij zich meer en meer terug. In de weken voor Kerstmis van zijn tweede jaar als docent kwam hij op een morgen bij de rector binnen met de laconieke mededeling: "Ik ga weg. De leerlingen luisteren toch niet naar me." De rector was ontsteld. "Dat kun je toch niet doen. Zomaar weggaan tijdens het schooljaar. Dat geeft roosterproblemen." De argumenten van de rector konden de leraar Jan Gijsen niet overtuigen. Hij vertelde ook dat hij ziek was. Pas toen in 1972 Jan Gijsen tot bisschop van Roermond werd benoemd begreep rector Jochums dat het vertrek van de leraar Gijsen een eerste stap was op weg naar het bisschopsambt. Jan Gijsen was zich zijn roeping bewust geworden tot bisschop. De kerk in Nederland en de kerk van Roermond hadden een bisschop nodig van zijn postuur. Conservatieve katholieken van voorname huizen hadden hem in dat streven bevestigd. Rector Jochums kon precies het spoor terug volgen van bisschop Gijsen tot de dag waarop de leraar Gijsen het op Rolduc voor gezien hield. Machtige handen hadden Jan Gijsen op de bisschoppelijke troon van Roermond getild. Ik denk en geloof dat de Heilige Geest met tranen in de ogen heeft toegekeken. Tranen over het bisdom Roermond, nu al bijna 20 jaar lang. Behalve die persoonlijke verzuchting vertelde de waardige gecommitteerde Jochums mij dit verhaal. Hij had mij nog nooit eerder ontmoet en wist niets van mijn kerk of ambtsopvatting.

Rolduc

Pater

Hubert Gulickx

†13 -08-2004


Een Dominicaan

tussen het

Bronsgroen

Eikenhout


autobiografie hubert gulickx-03.